Negatieve overtuigingen zijn overtuigingen die niet helpend zijn, die je niet dienen. Een overtuiging is een waarheid of valsheid van een bepaalde gebeurtenis of gedachte, gebaseerd op een sterke innerlijke beleving. Of het een waarheid of valsheid is hangt af van jou interpretatie van de informatie en de gebeurtenis. Daarnaast is het ook afhankelijk van jouw referentiekaders en jouw ervaringen.
We hebben allemaal onze eigen waarheid. Bewust en onbewust kiezen we wat we willen geloven en wat niet. Een eenvoudig voorbeeld is de oorsprong van de mens. De één gelooft dat we afstammen van de apen, de ander gelooft dat Adam en Eva de eerste mensen op aarde waren. Wat je ook gelooft in dezen, het is oké. We hoeven niet allemaal dezelfde waarheid te hebben om met elkaar door één deur te kunnen. Dat kan ook niet.
We hebben allemaal een andere opvoeding gehad, zijn opgegroeid in een andere omgeving, hebben te maken gehad met andere mensen en andere ervaringen. Zelfs kinderen die zijn opgegroeid binnen hetzelfde gezin kunnen andere overtuigingen hebben, doordat iedereen zijn/haar eigen interpretatie geeft aan informatie en gebeurtenissen.
Het verschil tussen feiten en overtuigingen
Een feit is een gebeurtenis of omstandigheid waarvan de werkelijkheid vast staat. Enkele feiten zijn je naam, je woonplaats en je lengte. Overtuigingen zijn niet altijd op de werkelijkheid gebaseerd, ze zijn discutabel. Stel dat jij jezelf niet goed genoeg vindt. Waarin ben jij dan “goed genoeg” of waarom is een ander beter dan jij? Wat de één goed genoeg vindt, vindt de ander niet goed genoeg. Daarover valt te discussiëren, doordat iedereen eigen referentiekaders heeft en een eigen interpretatie heeft van dingen.
Een overtuiging is gebaseerd op gevoelens, op de innerlijke beleving, gekoppeld aan de betekenis die jij hebt gegeven aan de informatie. Stel dat jouw beste vriendin gelooft in God en jij niet. Zij is opgevoegd met de informatie dat er een God bestaat en in het ouderlijk huis zorgde dit voor een veilig gevoel. Jij gelooft niet in God. Jij hebt meegekregen van je ouders dat alleen hetgeen wat je met het blote oog kunt zien, bestaat. Je voelt je goed bij die gedachte.
De koppeling van je gevoel – een veilig en prettig gevoel in dit geval – aan de informatie die je hebt meegekregen van je ouders – God bestaat wel of God bestaat niet – dat zorgt samen voor jou overtuiging. Zo kan er dus de overtuiging zijn ontstaan bij jou dat God niet bestaat en bij jouw beste vriendin dat God wel bestaat.
Terug naar negatieve overtuigingen
Nu je weet hoe overtuigingen gevormd worden, kan je jouw eigen overtuigingen onder de loep nemen. Wat zijn voor jou vaststaande feiten, die jou eigenlijk niet dienen? Misschien heb je de overtuiging dat jouw mening er niet toe doet. Of je hebt negatieve overtuigingen als: “Ik ben niet belangrijk”, “Anderen zijn beter/leuker/mooier dan ik” of “Ik heb niet het lichaam om zo’n jurk te dragen”.
Dit laatste benoem ik expliciet als ‘negatieve overtuigingen’ omdat het niet helpend is om zo over jezelf te denken. Het is een idee in je hoofd, dat ergens in je verleden is ontstaan. Je hebt die informatie zo vaak herhaald en je denkt de bevestiging ervan vaak te hebben gezien in anderen, waardoor het jouw waarheid is geworden. Maar dat het jouw waarheid is, betekent niet dat het ook dé waarheid is. Vraag bijvoorbeeld maar eens aan een dierbare of diegene jou belangrijk vindt.
Je mag stoppen met overtuigingen die je belemmeren
Nu je volwassen bent kan zelf bepalen wat jouw waarheid is. Je mag zelf kiezen welke gedachten voor jou werken en welke niet. Gedachten die voort komen uit negatieve overtuigingen, zorgen ervoor dat je geremd wordt. Het weerhoud jou ervan te gaan doen wat je eigenlijk wilt doen. Het brengt je in een staat van angst in plaats van in vertrouwen. Twijfel slaat toe als je luistert naar negatieve gedachten, terwijl je gevoel iets anders zegt. Maak contact met je lichaam, luister naar je gevoel en doe wat goed voelt.
Zet oude overtuigingen van je af. Leg negatieve overtuigingen naast je neer. Of buig ze om naar iets positiefs. Sterke, helpende gedachten brengen je verder. Zorgen ervoor dat je jezelf blijft ontwikkelen. Het brengt je dichter bij je doelen en zorgt ervoor dat je gaat doen wat je wilt doen. Gewoon omdat het goed voelt.
Jij mag voor jezelf kiezen. Je mag je eigen overtuigingen vormen. Overtuigingen die je helpen, die je aanmoedigen en in balans houden. Positieve overtuigingen zorgen ervoor dat jij je goed voelt en goed blijft voelen. Het spoort je aan om stappen te zetten. Durf erop te vertrouwen en je zelfverzekerdheid groeit. Negatieve overtuigingen helpen niet, ze houden je tegen. Stop daarmee. Niet voor mij, maar voor jezelf. Dat ben je waard!
Binnenkort dit soort peptalks ook via de podcast?