Gedurende mijn hele zwangerschap had ik het gevoel dat ik met 38 weken zou bevallen. Achteraf gezien weet ik niet zeker of mijn gevoel dit nou écht zei of dat ik het gewoon heel graag wilde. Als ongeduldig persoon, zou het best wel eens dat laatste kunnen zijn. De bevalling bleef met 38 weken uit en ook de week erna gebeurde er niets.
Voor ik het wist was ik 40 weken zwanger. In de week dat ik de 40 weken aantikte, heeft de verloskundige twee keer geprobeerd om mij te strippen. Tevergeefs. De baarmoedermond lag ver achterin mijn bekken en ik had nog geen ontsluiting, waardoor strippen niet mogelijk was. Er zat niets anders op dan nog even geduld te hebben.
Het inleiden van de bevalling
Toen ik 40 weken en 6 dagen zwanger was, zat ik in het ziekenhuis bij de gynaecoloog. Er werd een hartfilmpje gemaakt om te kijken of de baby het nog goed had ik mijn buik. Hij had het prima en nog genoeg ruimte. Mijn buik was best wel groot en de hoeveelheid vruchtwater die ik had was iets meer dan gemiddeld.
De baby was wat ingedaald, maar strippen lukte ook dit keer niet omdat de baarmoedermond nog te ver achterin mijn bekken lag. Uit navraag bij de gynaecoloog blijkt dat als de bevalling nadert, de baarmoedermond wat meer voorin de bekken gaat liggen. Met deze theorie zou de bevalling dus nog wel even op zich laten wachten.
Omdat de baby het goed had in mijn buik, was er geen medische noodzaak om de bevalling op te wekken. Ze kon me makkelijk nog een week door laten lopen. Echter wilde ik zelf niet meer zo lang wachten op de bevalling. De gynaecoloog legde uit hoe het inleiden van een bevalling in zijn werk ging. Het klonk allemaal prima, maar ergens was dit eigenlijk niet wat ik wilde. Het allerliefst wilde ik dat mijn kindje zich uit zichzelf zou aandienen.
Ik zat in dubio. Enerzijds wilde ik zo snel mogelijk bevallen, maar aan de andere kant wilde ik niet dat de bevalling op gang geholpen zou worden.
Alsof het zo had moeten zijn, was het een drukke periode op de kraamafdeling in het ziekenhuis. Er waren heel wat vrouwen in de omgeving uitgerekend deze maand, er werden veel baby’s geboren en er stonden flink wat bevallingen geplant. Omdat ze in het ziekenhuis altijd rekening houden met spontane bevallingen en capaciteit, kon de gynaecoloog mij niet op de planning zetten voor het inleiden van mijn bevalling. Ze moest het over het weekend heen te tillen. Ik vond dat een mooie middenweg. Ik moest het gewoon nog een paar dagen volhouden en wie weet kwam hij dan toch nog uit zichzelf en hoefde ik helemaal niet ingeleid te worden.
Vrijdagavond
Het was vrijdagavond toen ik me realiseerde hoe moe ik was geweest die dag. Behalve de vermoeidheid, had ik die dag ook last van harde buiken. Tijdens mijn zwangerschap had ik wel eens eerder last gehad van harde buiken, echter voelde het nu anders. Het waren geen harde buiken die opkwamen en weer weg gingen, het was een constant gevoel.
Mijn geduld was op, ik was doodmoe en mijn buik voelde niet prettig. Ik ben vroeg naar bed gegaan zodat het snel zaterdag was. Een dag dichterbij het inleiden van de bevalling.
Na 12 uur geslapen te hebben, werd ik ’s ochtends wakker met een gevoel dat ik nog nooit eerder had gevoeld. Het waren een soort samentrekkingen die ik zo nu en dan voelde. Ik twijfelde of dit weeën waren. Ik besloot even af te wachten voordat ik ging timen. Misschien werd het gevoel minder.
Uiteindelijk ben ik na een uurtje begonnen met timen. Het was een uur of negen in de ochtend en ik lag nog in bed. Een half uur later besloot ik mijn tante een berichtje te sturen. Ik omschreef wat ik voelde, dat ik dacht dat ik weeën had en dat ik daarom was begonnen met timen. Ze kwamen al regelmatig, om de 7 minuten. Mijn tante zei dat het inderdaad weeën waren, zoals ik het omschreef.
Ik hoefde niet meer te twijfelen, de bevalling was begonnen!
Mijn tante moest nog een boodschap halen, maar ging daarna meteen haar spullen pakken zodat ze naar mij toe kon komen. In die tijd heb ik – tussen de weeën door – de laatste spullen gepakt en letterlijk in de vluchtkoffer gegooid. Ik deed wat fatsoenlijks aan en ging daarna op de bank liggen om de weeën op te vangen en de tijden bij te houden.
Het was ongeveer twaalf uur toen ik haar weer een berichtje stuurde. De weeën waren wat heviger geworden en kwamen nu om de 5 minuten.
Toen mijn tante 1,5 uur later bij mij was, kwamen de weeën al om de 2 minuten. Ik vertelde haar dat ik een uur lang om de 2 minuten weeën moest hebben, voordat ik de verloskundige mocht bellen. We hebben toen een uur gewacht.
Het was een uur of drie toen mijn tante de verloskundige ging bellen
Ze vertelde dat de bevalling vanochtend was begonnen en dat ik al een uur lang om de 2 minuten weeën had. De verloskundige was onderweg naar iemand en moest dat bezoek doen, voordat ze naar ons toe konden komen. Ik heb geen idee hoe lang het uiteindelijk heeft geduurd voordat ze bij ons was. Het zal hooguit een uur zijn geweest.
De verloskundige arriveerde. Ze ging ze de ontsluiting meten: 4 cm. Haar advies was om zo snel mogelijk naar het ziekenhuis te gaan, omdat ik anders wellicht te laat zou komen. De verloskundige belde het ziekenhuis op, om te vertellen dat we eraan kwamen. Mijn tante belde mijn oom, om ons naar het ziekenhuis te rijden.
Gelukkig was mijn oom net thuis gekomen uit zijn werk, waardoor hij meteen onze kant op kon komen. Ik weet nog dat hij de autodeur voor mij open hield en heel lief tegen mij sprak in de auto. Als het niet ging en hij moest stoppen met rijden, dan mocht ik het aangeven.
In het ziekenhuis
Toen ik in het ziekenhuis aan kwam, had ik 8 cm ontsluiting. Ik ben lopend vanaf de voordeur naar de kraamafdeling gelopen. Ik weet nog dat ik in de lift stond om de weeën op te vangen. Een jongetje die in de lift stond, vroeg aan zijn vader wat ik aan het doen was. Ik hoorde mijn tante zeggen dat ik een kindje ging krijgen. Langzaam begon het tot mij door te dringen.
Het was inmiddels een uur of zes en ik begon een beetje moe te worden en toch wel wat pijn te krijgen. Ik ben toen onder de douche gaan zitten om de weeën op te vangen. Dat ging goed. Omdat mij vliezen nog niet waren gebroken, wilde de verloskundige dit doen. Ik wilde dat niet, waarschijnlijk uit angst.
Inmiddels lag ik weer op bed en adviseerde de verloskundige nogmaals om mijn vliezen te breken, omdat de laatste centimeters ontsluiting dan sneller zouden vorderen. Ik ging akkoord. Ik had inmiddels toch wel een beetje pijn, dus het was fijn als het einde van de bevalling zou naderen.
10 cm ontsluiting
Het moment was daar. Ik had 10 cm ontsluiting en ik mocht gaan persen. Maar ik durfde niet. Ik weet nog goed dat de angst in mij op kwam. Angst dat het niet zou passen, angst voor de pijn. Ik werd gerust gesteld en ben toen toch maar begonnen met persen. Eerst in bed, maar dit vorderde niet snel genoeg. Ik ben toen op de baarkruk gezet. Dit was een goed idee, want hierdoor ging het makkelijker.
Het was inmiddels rond de klok van acht. Dit wist ik pas achteraf, want tijdens de bevalling was ik met van alles bezig, maar niet met de klok… Ik was al een uur aan het persen, maar voor mij gevoel was ik er nog lang niet. Aan de verloskundige vroeg ik of ik het wel goed deed, omdat mijn kindje nog niet geboren was. Ik was moe, had pijn en ik begreep er niks van.
Ze zei dat ik het hartstikke goed deed, maar dat ik nog even moest volhouden.
Een paar minuten later, heeft ze me in bed geholpen en moest ik de persweeën opvangen. Ik mocht niet mee persen. De gynaecoloog werd opgeroepen en daar moest ik op wachten. Ik weet nog dat ik op mijn zij lag om de persweeën op te vangen en ondertussen enigszins probeerde bij te komen van de inspanning die ik al geleverd had.
Opeens stond de gynaecoloog in de kamer, samen met een assistent. Ze stelden zich aan mij voor en de gynaecoloog zei: “We gaan je helpen, Wendy.” Ik was blij dat er hulp was, want waarom was mijn zoontje nog niet geboren, terwijl ik al zo lang bezig was geweest en ik het volgens de verloskundige allemaal zo goed deed?!
De gynaecoloog onderzocht wat er aan de hand was. Op dat moment kwam er verandering in de hartslag van mijn kindje. Er moest snel gehandeld worden. Ik weet nog dat de gynaecoloog zei dat ze mij ging verdoven. Ergens schoot door mijn hoofd dat ze me ging inknippen.
Gelukkig stond ik er niet volledig bij stil, anders was ik waarschijnlijk in paniek geraakt.
Van de knip heb ik niks gevoeld. Ook niet van het plaatsen van de vacuümpomp op het hoofdje van Levi. Ik weet alleen dat de gynaecoloog op een gegeven moment zei dat ik precies moest doen wat ze zei. Ze zei het streng en lief tegelijk. Alleen op de momenten waarop de gynaecoloog het zei, mocht ik mee-persen met de weeën. Een verloskundige uit het ziekenhuis herhaalde wat de gynaecoloog had gezegd en zorgde ervoor dat ik kalm bleef en door bleef ademen.
Het ging allemaal super snel. Er stonden 5 of 6 mensen om mij heen om me aan te moedigen, daar putte ik mijn laatste kracht uit. Op een gegeven moment zei de gynaecoloog dat ik mijn armen moest uitsteken. Ik kneep mijn ogen dicht en zei dat ik dat niet durfde. Ze zei: “kijk maar Wendy, je kindje is er bijna.” Nog altijd durfde ik niet te kijken. Ik heb angst voor bloed en durfde daarom niet te kijken, bang dat ik veel bloed zou zien.
“Strek je armen uit Wendy, hij is er.” Ik weet dat dat gezegd is, maar niet door wie want ik had nog altijd mijn ogen dicht. De gynaecoloog zei dat ze hem bij mij moesten neerleggen. De verloskundige van het ziekenhuis deed mijn shirt omhoog en Levi werd op mijn buik en borst gelegd. Ik voelde het glibberige lijfje dat begon te huilen, sloeg mijn armen stevig om hem heen en durfde toen pas te kijken.
Daar was hij, mijn lieve kleine jongetje
Van nature begon ik hem te troosten en te aaien. De wereld stond even stil, het was muisstil om mij heen en het was voor heel eventjes alleen mijn kindje en ik.
Terwijl Levi bij mij lag, werd ik gehecht. Ik hoorde de gynaecoloog wel zeggen dat ze me ging hechten, maar het maakte me niets uit. Ik was op slag verliefd en dolgelukkig dat mijn kindje veilig ter wereld was gekomen.
Dat laatste was nog heel even de vraag. Er moest super snel gehandeld worden, omdat Levi zijn hartslag ineens daalde. Het was de vacuümpomp of een keizersnede. Het probleem was dat Levi niet recht naar beneden in mijn bekken was gezakt. Zijn hoofdje zat schuin in mijn bekken, waardoor hij er eigenlijk niet doorheen paste. De knip heeft hem net voldoende ruimte gegeven, waardoor het wel paste en hij op tijd geboren werd.
Vol trots
Je leest het goed, ik ben bevallen zonder pijnbestrijding. Vooraf had ik besloten dat ik een bevalling zonder pijnbestrijding wilde proberen. Als de pijn te hevig zou worden, wilde ik gebruik maken van een morfinepomp. Pas in het uiterste geval wilde ik een ruggenprik krijgen.
Uiteindelijk heb ik geen moment gedacht aan pijnbestrijding en er dus ook niet om gevraagd. Op de momenten dat ik écht even pijn had, was het ook zo weer iets minder of dragelijker. Doordat de pijn opbouwde, naar mate de weeën sneller achter elkaar kwamen, kon ik mijn pijngrens steeds een beetje weerleggen.
Ik durf best hardop te zeggen dat ik trots ben op mezelf en op de manier waarop ik de bevalling heb doorstaan. Want ik ben ook echt trots op mezelf! Elke vrouw die een bevalling heeft doorstaan mag trots zijn op zichzelf – met of zonder pijnbestrijding. Geen vrouw is hetzelfde, geen pijngrens is hetzelfde en geen bevalling is hetzelfde, dus wees trots op deze prestatie.
Een nachtje in het ziekenhuis
Al met al schijnt het een heftige bevalling te zijn geweest. Gelukkig heb ik dat zelf niet zo ervaren. Ik kijk er positief op terug. Voor Levi was het wel heftig, omdat hij in het geboortekanaal klem zat en met een vacuüm geholpen moest worden om geboren te worden. Ter observatie moesten we daarom een nachtje in het ziekenhuis blijven. Levi kreeg paracetamol voor de hoofdpijn. Hij deed het heel goed; hij heeft heel de nacht geslapen.
Mijn tante bleef bij ons in het ziekenhuis. Dat was ontzettend fijn, want we hebben nog even kunnen napraten over de bevalling voordat we gingen slapen. Nou ja, slapen… Ik heb geen oog dicht gedaan die nacht van de adrenaline. Ik heb heel de nacht naar Levi liggen kijken, want ik kon gewoon niet bevatten dat hij nu bij me was.
Heb jij ook een fijne bevalling gehad of kijk jij er minder positief op terug?